Kwetsbare mensen die zorg thuis of in hun eigen omgeving krijgen, hebben vaak te maken met meerdere instanties en zorg- en hulpverleners waar ze hun verhaal moeten doen. Wat verwachten cliënten en patiënten van de zorg en ondersteuning? Waar liggen de knelpunten? En wat is de rol van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en van de Patiëntenfederatie Nederland? Korrie Louwes, Hoofdinspecteur Maatschappelijke Zorg, en Tom Schoen, Teammanager Langdurige Eerstelijn & Langdurige Zorg Patiëntenfederatie Nederland, gaan hierover met elkaar in gesprek. Een veel voorkomend knelpunt in zorgnetwerken is een gebrek aan onderlinge afstemming en overdracht tussen zorgverleners. De eerste vraag in het interview is voor Tom Schoen: "Is dit een herkenbaar probleem voor de Patiëntenfederatie Nederland?"

Tom Schoen: Wij krijgen zeker van ouderen, kwetsbare ouderen die vaak met meerdere zorgverleners te maken hebben daar vragen over. We zien het bijvoorbeeld ook terug bij meldacties, dat mensen toch aangeven ik moet vaak mijn verhaal opnieuw vertellen of ik krijg dezelfde vragen gesteld van de verschillende zorgverleners, ‘ik dacht toch dat dat duidelijk was. Hoe werkt dat nou, waar moet ik nou eigenlijk zijn, op welk moment met welke vraag’. Dat zijn dingen die niet duidelijk zijn voor mensen.
Mensen gaan er ook vanuit dat het geregeld is, dat de zorg in samenhang geleverd wordt en dat de ene behandelaar weet wat de andere behandelaar heeft gezegd. En dat die afspraken zijn afgestemd en dat dat continuïteit heeft. Daar gaan ze vanuit. En op het moment dat ze ontdekken dat dat niet zo is geeft dat een gevoel van onveiligheid.


Korrie Louwes: Dat is natuurlijk ook best een ingewikkeld te beantwoorden vraag. We hebben afgelopen jaar gekeken naar hoe zitten die netwerken in elkaar. Dan zie je dat er zeker rond die thuiswonende ouderen waar veel zorg nodig is, dat het heel veel betrokkenen zijn. Er zijn er altijd twee die er altijd zijn, in meer of mindere mate, dat zijn de wijkverpleegkundige en de huisarts. En een van de dingen die we dit jaar gaan doen is kijken die as, wat je daarvan zou kunnen verwachten.


Tom Schoen: Ja ik herken dat dat wel de sleutelfiguren zijn. Ik vind het heel goed dat je zegt dat er verschillende netwerken zijn. Iedereen heeft zo zijn persoonlijke zorgnetwerk, naarmate die kwetsbaarheid toeneemt. De omvang verschilt en de mensen die er zitten, dat verschilt. Maar in ieder geval zal de huisarts en in veel gevallen ook de wijkverpleegkundige een rol in hebben en ik denk dat het belangrijk is voor mensen om te weten: wie voert nou de regie? Bij voorkeur doe je dat als patiënt zelf, je doet het bijvoorbeeld ook vanuit je persoonlijke gezondheidsomgeving straks, steeds meer. Maar je moet toch ook weten: wie is nou mijn aanspreekpunt op het moment dat iets niet goed gaat. Dat kan ook variëren in de tijd maar dat moet je weten en dat moeten de andere zorgverleners ook weten.


Korrie Louwes: En wat verwacht je van de inspectie op dat punt, van onze rol daarin?
Tom Schoen: Nou je zou toch willen vanuit het toezicht, vanuit de rol die die inspectie heeft met het oog op de veiligheid van de zorg, dat je zoekt naar borging van samenwerkingsafspraken. Ja, en ik begrijp dat dat ingewikkeld is, maar ik denk dat het vanuit veiligheidsoogpunt wel een heel belangrijk onderwerp is.


Korrie Louwes: Het bijzondere is dat we zien dat in toenemende mate beroepsgroepen zelf die afspraken ook willen maken, dus zichzelf toetsbaar willen opstellen in het ook daadwerkelijk staan voor samenwerken. Er is geen enkele zorgverlener meer die het in zijn eentje kan, dus dat is ook mooi. We hopen natuurlijk dat er vanuit de beroepsgroepen nog meer animo is om die samenwerkingsafspraken ook verder invulling te geven, want anders kunnen we het ook niet toetsen. Dus ik hoop ook dat de vrijblijvendheid een beetje er vanaf gaat. En dat is wel een andere rol die we zien in het agenderen van dit thema: hoe kan je het minder vrijblijvend maken? Hoe kan je er inderdaad voor zorgen dat die patiënt of cliënt of zeker weet dat hij ergens altijd terecht kan, dus dat er ergens iemand aanspreekbaar is op het geheel.


Tom Schoen: Wat wij belangrijk vinden is het signaal ophalen. Wij zien dat bijvoorbeeld vanuit Zorgkaart Nederland, hun ervaringen met de zorg. Vaak gaat dat over individuele zorgverleners maar het onderwerp samenwerking komt daar ook in terug. We kunnen problemen zichtbaar maken, actueel houden, het op de juiste tafels krijgen en er aandacht voor genereren. Die data komen ook bij de inspectie.


Korie Louwes: Zeker, die gebruiken wij ook.


Tom Schoen: Verder vinden we het ook belangrijk dat mensen proberen zelf de regie te nemen, en dat lukt niet altijd, ook als je die regie niet kunt nemen, zou de zorg veilig moeten zijn, moet je ook kunnen rekenen dat dat zo is. Maar het is ook belangrijk dat je kijkt, hoe kunnen mensen wel regie nemen. Bijvoorbeeld voor de wijkverpleging gaan we aan de slag met ‘Samen Beslissen’. Om echt dat besluitvormingsproces samen te doen, en daarin ook afspraken te maken welke zorg gaat het om, welke ondersteuning gaat het om en wie doet nou wat in dit verhaal. En ik denk dat ook heel erg helpt aan de continuïteit en samenhang van zorg.


Korrie Louwes: Zeker! Een ander aspect wat we natuurlijk zien is dat er verschillende systemen in Nederland zijn rondom de zorg voor ouderen, het maakt ook wel wat uit of je met de gemeente te maken hebt of het zorgkantoor of met de zorgverzekeraar. En ook daar willen we wel wat dieper induiken, in hoe zorg je nou dat het beter op elkaar aansluit.


Tom Schoen: Nou ik denk wel vooral het signaleren. En aan de tafels waar de bestuurlijke overleggen zijn tussen de partijen om de partijen ook aan te spreken op het belang, onder andere ook weer op basis van die signaleren. Het is denk ik overigens een grote stap nog van huisarts/wijkverpleegkundigen naar de domeinen die je er nu bij haalt. Omdat in onze ogen dat echt nog verschillende werelden zijn. De patiënt moet vaak zijn verhaal opnieuw vertellen bij de wijkverpleegkundige of bij de huisarts of de apotheker of de specialist. Dat is lastig, maar richting sociaal domein en vervolgens zorg is hij vaak totaal de weg kwijt, bijvoorbeeld toegang tot hulpmiddelen. Ja op het moment dat het Wlz/Zvw en Wmo wordt, is het echt een doolhof voor mensen, echt een doolhof.


Korrie Louwes: Nou volgens mij hebben we de taak om te kijken of we dat doolhof toegankelijker kunnen maken. In ieder geval is onze ambitie om te kijken waar het wel goed werkt en of daar ook best practices uit kunnen halen om te zorgen dat er ook op andere plekken in het land geleerd kan worden van hoe je dat op een slimme manier doet. Iedereen wil graag dat er zorg wordt gegeven die direct aansluit bij waar de zorgbehoefte ligt, wat dat betreft zitten we allemaal gelijk in de wedstrijd, dus dat geldt voor alle zorgverleners. En hoe we dat een beetje slim doen en hoe we ook beter samenwerken achter de schermen is voor ons natuurlijk ook best een uitdaging.


Tom Schoen: Je verwacht natuurlijk ook wel van zorgverleners, ook al ben je onderdeel in een keten, ben je een schakel in een geheel, dat je verantwoordelijkheid hebt voor warme overdracht, altijd. Dat is ook gewoon een individuele verantwoordelijkheid waar je elke zorgverlener op aan kunt spreken op het moment dat die deel uit maakt van een netwerk.


Korrie Louwes: Nou het is mooi dat de beroepsgroepen die afspraken in toenemende mate ook maken. Ik denk dat het van belang is dat we vanuit verschillende rollen blijven aandringen op het feit dat je de zorgverlener ook kan aanspreken op de noodzakelijke samenwerking met die andere zorgverlener die net zo belangrijk is om die zorgketen sluitend te krijgen.

Website Patiëntenfederatie

Patiëntenfederatie Nederland