Het Resultaat Telt 01 Over 2018

Inleiding Het Resultaat Telt 2018

Dit magazine bestaat uit verschillende artikelen over onderwerpen met een of meer indicatoren. Ieder artikel beschrijft de achtergrond van de individuele indicatoren met een korte samenvatting van de resultaten over 2018.

Belangrijkste uitkomsten

Over de indicatoren

Indicatoren geven, door het combineren van data, inzicht in het kwaliteitsniveau van een bepaald element van de zorg.

1. Operatief proces

Deze indicatoren gaan over de zorg voor, tijdens en na de operatie en over de controles na het ontslag uit het ziekenhuis. Het doel is de veiligheid van het opereren te bevorderen.

2. Spoedprocessen

Spoedzorg is gericht op de opvang van problemen die binnen korte tijd, meestal een uur, behandeld moeten worden. Voor de indicatoren uit de basisset is er altijd een combinatie van spoed en een aandoening.

3. Intensive Care

Intensive care richt zich op de opvang van patiënten waarbij tijdelijk één of meer functies vitale functies zijn uitgevallen zijn. Er zijn drie indicatoren beschikbaar voor de intensive care.

4. Polikliniek

Een polikliniek is een afdeling in een ziekenhuis waar mensen na verwijzing door een huisarts terechtkunnen voor onderzoek, diagnose, behandeling of controle. Er is een beperkt aantal indicatoren beschikbaar voor de poliklinische zorg.

5. Diagnostiek

Diagnostische indicatoren zijn vooral gericht op beroepen die zijn gespecialiseerd in onderzoeken met een diagnostisch doel. Het gaat bijvoorbeeld om radiologen, pathologen en medisch microbiologen.

6. Interventies

Doel van deze indicator is het uitvoeren van het stopmoment: ‘ de time-out-procedure’ (TOP) stimuleren. De TOP is een belangrijke controle bij behandelingen aan de vaten waarbij de zorgverlener het lichaam binnendringt (invasieve vasculaire behandeling). Bijvoorbeeld een dotterbehandeling.

7. Medicatie

Het voorschrijven en het gebruik van medicatie is een belangrijk onderdeel van het zorgproces. Dit proces is groot en kent veel stappen en is over verschillende zorgverleners verdeeld.

8. Verpleegkundige zorg en screening

In dit hoofdstuk aandacht voor de indicatoren: wondzorg, ondervoeding, delirium, ziekenhuisbrede pijnmeting en Vrijheidsbeperkende interventies(VBI).

9. Oncologie

Onder oncologie verstaan we hier de zorg voor patiënten met kanker in de tweede lijn en derde lijn. Deze behandelingen zijn ingrijpend en risicovol, en de samenwerkingsrelaties tussen professionals zijn complex. De zorg voor patiënten met kanker vindt de inspectie een belangrijk onderwerp.

10. Hart en vaten

In dit hoofdstuk 5 indicatoren over hoe de medische zorg van patiënten met hart en vaatziekten in Nederland is georganiseerd.

11. Bewegingsapparaat

Veel specialismen hebben minimumnormen voor de omvang van een vakgroep. Doel van deze indicator is het bevorderen van minimumnormen voor de omvang van een vakgroep reumatologie. En om (te) kleine praktijken te voorkomen.

12. Infectieziekten

Ditt hoofdstuk heeft dit jaar geen eigen indicatoren.

13. Longen

Aandoeningen van de longen heeft een grote impact op iemands kwaliteit van het leven. Longaandoeningen zijn daarom een belangrijk aandachtspunt voor ons toezicht. Op dit moment is er 1 indicator over optimale samenwerking bij behandeling van patiënten met longkanker.

14. Maag–darm–lever

Aandoeningen van het maagdarmkanaal zorgen voor relatief hoge sterfte en chronische ziektelast. De inspectie vraagt twee indicatoren uit.

15. Zenuwstelsel

Deze indicator vraagt naar het percentage patiënten dat ziekenhuizen hebben ingevoerd in de landelijke registratie ParkinsonInzicht. Het doel van de indicator is stimuleren van deelname aan een landelijke registratie.

16. Perinatale zorg

Het doel van verloskundige zorg is het bereiken van een zo goed mogelijke uitkomst voor moeder en kind, op een zo veilig mogelijke wijze. Hierbij wordt continue de afweging gemaakt of een spontaan beloop van de bevalling afgewacht kan worden of niet.

17. Kwetsbare groepen

Dit hoofdstuk gaat over de eisen aan de communicatie tussen zorgverleners en  de communicatie tussen kwetsbare patiënten en zorgverleners.

18. Algemeen kwaliteitsbeleid

Dit hoofdstuk gaat over de (rand)voorwaarden die zorgen voor een betere kwaliteit. Denk bijvoorbeeld aan inzicht in het functioneren van zorgprofessionals, leren van elkaar en zelfreflectie.

19. Volume

De inspectie heeft een aantal jaar geleden het veld gestimuleerd om volumenormen vast te stellen voor hoogcomplexe zorg die niet vaak voorkomt. Dit hoofdstuk heeft geen eigen indicatoren.

20. Onverwacht lange opnameduur en heropnamen

Het doel van de indicatoren is het in beeld brengen van de omvang van een onverwacht lange opnameduur (OLO) of een heropname. Een (OLO) of een heropname binnen 30 dagen kan wijzen op een suboptimale kwaliteit van zorg.

Colofon