Het doel van de verloskundige zorg is het bereiken van een zo goed mogelijke uitkomst voor moeder en kind, op een zo veilig mogelijke wijze. Een bevalling met een vacuümpomp of een keizersnede is soms noodzakelijk, maar verhoogt het risico op ziekte of sterfte bij moeder en kind. Daarom is het belangrijk dat de noodzaak om in te grijpen waar mogelijk voorkómen wordt.

Percentage spontane bevallingen in een ziekenhuis.

Om tot deze optimale uitkomst voor moeder en kind te komen, zullen de verloskundig hulpverleners continue de afweging moeten maken of een spontaan beloop van de bevalling afgewacht kan worden of niet.

Omdat zowel een keizersnede als een bevalling met een vacuümpomp ook risico’s voor moeder en kind met zich meebrengen, zal de verloskundig hulpverlener steeds de afweging moeten maken welke risico’s aanvaardbaar zijn in de fase van de bevalling. Ongeveer 2 op de 3 bevallingen in het ziekenhuis verloopt spontaan.

16.1 Spontane bevalling

De indicator richt zich op het percentage spontane bevallingen in het ziekenhuis. Deze indicator gaat over de registratie van bevallingen van nulliparous term singleton vertex (NTSV) groep. Dat zijn vrouwen die voor de eerste keer zwanger zijn van 1 kind en waarbij het kind in hoofdligging ligt.

Ziekenhuizen kunnen zich spiegelen aan landelijke gegevens en zo nodig verbetermaatregelen nemen om de veiligheid rondom de bevalling te verhogen. De indicator bestaat uit 3 onderdelen:

  1. NTSV vrouwen die voor de start van de bevalling al in het ziekenhuis zijn gekomen;
  2. NTSV vrouwen die tijdens de ontsluiting of uitdrijving aan het ziekenhuis worden overgedragen;
  3. het totaal aantal NTSV vrouwen dat in het ziekenhuis bevalt.

Waar is de indicator op gebaseerd?

De indicator is gebaseerd op de richtlijnen Spontane vaginale baring, Vaginale kunstverlossing en Indicatiestelling sectio caesarea van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).

Waar letten wij als inspectie extra op?

Als zorgverlener kunt u kijken hoe het ziekenhuis waarin u werkzaam bent zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Heeft een ziekenhuis een beduidend lager of juist een hoger percentage spontane bevallingen dan het landelijk gemiddelde? Dan zou u de gegevens moeten analyseren om te onderzoeken waar in het proces verbeteringen mogelijk en nodig zijn. En vervolgens het resultaat van de analyse meenemen in de toelichting op de indicator.