De inspectie zag tijdens de analyse van de data over 2018 het hoogste aantal positieve resultaten in het 15-jarig bestaan van de basisset bij meerdere uitkomstindicatoren. De uitkomsten laten een aantoonbare en betekenisvolle verbetering van zorg zien. Hieronder staan verder de belangrijkste uitkomsten van Het Resultaat Telt 2018.

Bij een slecht of matig resultaat wordt veel vaker een toelichting gegeven dan bij een goed resultaat.

Toelichtingen zijn om van te leren en te verbeteren

Ziekenhuizen en klinieken werden in de feedback over 2017 opgeroepen om in de toelichtingen duidelijk te maken hoe zij de eigen resultaten interpreteerden. Hieraan is bij het aanleveren van de data 2018, door de ziekenhuizen, direct daarna massaal gehoor gegeven.

Vooral bij structuur- en procesindicatoren geven ziekenhuizen veel specifiekere en inhoudelijk betere toelichtingen dan in de voorgaande jaren. Voor particuliere klinieken is hier nog veel winst te behalen. Het geven van toelichtingen en daarover in gesprek gaan is een goede manier om te laten zien dat er wordt gewerkt aan leren en verbeteren.

Er zijn ook nog uitdagingen in het gebruik van toelichtingen. Bij een slecht of matig resultaat wordt veel vaker een toelichting gegeven dan bij een goed resultaat. De inspectie roept de ziekenhuizen en klinieken op om ook toelichtingen te geven bij goede indicatoruitslagen. Zo wordt zichtbaar dat het ziekenhuis het goede resultaat zelf ook heeft gezien. Op deze wijze worden de factoren duidelijk die tot het succes hebben geleid en kunnen andere ziekenhuizen en klinieken hier ook van leren.

Een ander algemeen punt is de toegenomen betrouwbaarheid van gemelde verbetermaatregelen ten opzichte van de eerste tien jaar van de basisset. Dit jaar laten veel uitkomsten zien dat verbetermaatregelen die eerdere jaren in de toelichting werden gemeld, daadwerkelijk werden uitgevoerd en tot betere resultaten leidden.

Patiënten volgen na ontslag uit het ziekenhuis blijft lastig

Er zijn enkele systematische problemen in de uitslagen. Zo blijft het moeilijk om een patiënt te volgen. Het is moeilijker om gegevens over ontslag uit het ziekenhuis of de kliniek aan te leveren dan gegevens over opnames. Het is nog moeilijker om gegevens te krijgen over een periode ná ontslag.

Het patroon is ook dat van opname naar ontslag niet alleen de succespercentages dalen, maar ook dat deze worden berekend over groepen patiënten die beduidend kleiner zijn, bijvoorbeeld:

  • Tussen medicatieverificatie bij kinderen bij opname en medicatieverificatie bij kinderen bij ontslag zit niet alleen een succespercentage verschil. Bij ontslag is de groep kinderen waarover de indicator werd aangeleverd aanmerkelijk minder.
  • Bij de indicator Functionele uitkomst (over de mobiliteit) van kwetsbare ouderen met een proximale heupfractuur (gebroken heup) speelt dit ook. Deze indicator laat zien dat het moeilijk is om data te verkrijgen van kwetsbare patiënten, 3 maanden na de operatie. Dit is zorgelijk aangezien dit een zeer ernstig probleem is met een sterfte van 25%.

De zorg raakt het zicht op patiënten kwijt. Dit is zeker duidelijk én belangrijk voor processen die over meerdere instellingen worden uitgevoerd. Dit betreft vaak kwetsbare patiënten waarbij het complexe deel van de behandeling in 1 ziekenhuis is geconcentreerd en de rest in een netwerk wordt aangeboden. In de toelichtingen zou meer aandacht besteed kunnen worden aan de samenhang tussen opeenvolgende indicatoren in een proces, zoals bij de indicator Heupfractuur of de indicator Percutane coronaire interventie (dotteren bij vernauwing van de kransslagader bij het hart).

Richtlijnen om over in gesprek te gaan en toe te lichten bij afwijking

Richtlijnen zijn een belangrijk instrument om het gewenste kwaliteitsniveau te beschrijven. Een richtlijn is door zorgaanbieders gemaakt met aanbevelingen die gelden als landelijke afspraken over de randvoorwaarden om goede zorg te kunnen leveren. Dit kunnen afspraken zijn over het eigen gedrag. Dergelijke afspraken zijn nooit vrijblijvend. Maar gemotiveerd afwijken van de landelijke afspraken is mogelijk in individuele gevallen.

Dit jaar zijn er meerdere indicatoren waarbij de toelichtingen laten zien dat het moeilijk kan zijn voor zorgverleners om bevraagd te worden over de wijze waarop zij met die afspraken omgaan. De algemene regel hiervoor is ‘pas toe of leg uit’ in de toelichting. Kiest een ziekenhuis of kliniek ervoor om de praktijkvoering heel anders in te richten dan in de richtlijn is geadviseerd? Dan moet het ziekenhuis of de kliniek onderbouwen waarom stelselmatig is afgeweken van de richtlijn.

Noemen ziekenhuizen en klinieken vaak bepaalde knelpunten? Dat kan er toe bijdragen dat richtlijnen aangepast worden. Het komt voor dat uit de indicatoren en de toelichtingen daarbij blijkt dat de richtlijn beter wordt nageleefd dan de beroepsgroep zelf verwachtte. Maar ook dat richtlijnen landelijk onvoldoende worden nageleefd zonder dat daar een goede verklaring bij wordt gegeven. De inspectie vindt het belangrijk dat afspraken worden nagekomen, maar ook om daar met elkaar het goede gesprek over te kunnen voeren.

Waar letten wij extra op?

Een positieve ontwikkeling is dat de resultaten over 2018 meer inzicht geven. De resultaten werden namelijk door de ziekenhuizen veel beter toegelicht. We roepen de ziekenhuizen en klinieken op om ook toelichtingen te geven bij goede indicatoruitslagen en om de adviezen uit de richtlijnen te bespreken in de toelichting als de instelling heeft gekozen voor een andere organisatievorm dan in de richtlijn beschreven.