Algemeen kwaliteitsbeleid gaat over de activiteiten die zorgen voor een betere kwaliteit, maar die boven de normale activiteiten uitgaan. Bijvoorbeeld activiteiten die zorgen voor inzicht in het functioneren van zorgprofessionals, leren van elkaar en zelfreflectie.
Met algemeen kwaliteitsbeleid bedoelen we de activiteiten die zorgen voor een betere kwaliteit, maar die boven de normale activiteiten uitgaan. Bijvoorbeeld activiteiten die zorgen voor inzicht in het functioneren van zorgprofessionals, leren van elkaar en zelfreflectie.
18.1. Individueel functioneren medisch specialisten (IFMS)
De indicator Individueel functioneren medisch specialisten geeft onder meer inzicht in de algemene kwaliteitscultuur in het ziekenhuis. Gemiddeld heeft 81% van de medisch specialisten deelgenomen aan minimaal één gesprek in de 24 maanden voorafgaande aan 31 december 2018.
De indicator geeft onder meer inzicht in de algemene kwaliteitscultuur in het ziekenhuis. Activiteiten als zelfreflectie helpen de organisatie verder in continue kwaliteitsverbetering en naar een (nog) meer lerende organisatie. De indicatoren over dit onderwerp richten zich nu vooral op methoden voor het bevorderen van het individueel functioneren van medisch specialisten (IFMS). Als medisch specialisten goed functioneren dan draagt dat bij aan de kwaliteit van zorg. Zij bepalen voor het grootste deel die kwaliteit.
Daarbij is de kwaliteit van de organisatie van een ziekenhuis natuurlijk ook een belangrijke factor. Het IFMS is een systeem waarin het werk van medisch specialisten individueel wordt geëvalueerd. De Federatie Medisch specialisten heeft een leidraad IFMS uitgegeven om het IFMS te realiseren, met voorspelbare kwaliteit.
Hoe hebben de ziekenhuizen het in 2018 gedaan?
78 Ziekenhuizen voeren beleid omtrent het IFMS uit, zoals beschreven in de leidraad IFMS. De overige 9 ziekenhuizen werken er aan of hebben toegelicht op welke aspecten het systeem in de instelling afwijkt van de eisen die de leidraad IFMS aan een IFMS-systeem stelt. Gemiddeld heeft 81% van de medisch specialisten deelgenomen aan minimaal één gesprek in de 24 maanden voorafgaande aan 31 december 2018. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2017 (85%). Een aantal ziekenhuizen geeft de toelichting dat er medisch specialisten in en uit dienst gegaan zijn. Ook zijn er ziekenhuizen die aangeven dat de gesprekken wegens organisatorische redenen uitgesteld zijn naar 2019.
Hoe hebben de particuliere klinieken het in 2018 gedaan?
In 362 klinieken hebben medisch specialisten werkzaamheden verricht. In al deze klinieken was een IFMS-systematiek ingevoerd. 554 medisch specialisten namen niet deel aan het IFMS in de kliniek waar zij werkten. Dit aantal is lager dan in 2017 (624) maar nog altijd te hoog. De inspectie zal hier tijdens inspectiebezoeken aandacht aan blijven geven.
Waar letten wij als inspectie extra op?
Als zorgverlener is het belangrijk om na te gaan of de leidraad IFMS goed is ingevoerd. Een medisch specialist heeft daar ook belang bij omdat het een voorwaarde is voor het her-registreren als medisch specialist.
18.2 Regeling mogelijk disfunctioneren medisch specialisten
Op 1 ziekenhuis na hebben alle ziekenhuizen een regeling voor mogelijk disfunctioneren van medisch specialisten. Het ziekenhuis dat aangaf geen regeling te hebben, meldde in de toelichting dit in 2019 te realiseren.
De indicator Regeling mogelijk disfunctioneren medisch specialisten geeft inzicht in of de procedure voor het disfunctioneren van medisch specialisten aanwezig is in een ziekenhuis. Maar ook elke keer dat er disfunctioneren van een medisch specialist wordt vermoed is het de norm dat de procedure wordt gebruikt. Op één ziekenhuis na hebben alle ziekenhuizen een regeling voor mogelijk disfunctioneren van medisch specialisten.
Hoe hebben de ziekenhuizen en klinieken het in 2018 gedaan?
Op 1 ziekenhuis na hebben alle ziekenhuizen een regeling voor mogelijk disfunctioneren van medisch specialisten. Het ziekenhuis dat aangaf geen regeling te hebben, meldde in de toelichting dit in 2019 te realiseren. 54 klinieken hadden geen regeling voor mogelijk disfunctionerende medisch specialisten, van deze 54 klinieken hadden 27 klinieken wel medisch specialisten in dienst.
Waar letten wij als inspectie extra op?
Het is belangrijk om na te gaan hoe de regeling mogelijk disfunctioneren is ingevoerd en hoe daar in de praktijk mee wordt omgegaan.
18.3 Medische technologie
Het is nodig dat zorgverleners die medische hulpmiddelen toepassen, hiervoor geschoold en getraind zijn. Ook moeten zij zich bewust zijn van de risico’s. Zo kunnen zij vermijdbare schade door toepassing van risicovolle medische hulpmiddelen terugdringen.
De indicator Medische technologie geeft inzicht in hoeverre het convenant medische technologie in de praktijk wordt nageleefd. In de komende jaren zal steeds meer (complexe) technologie worden toegepast in de zorg. Dit maakt het beheersen van risico’s die samenhangen met de inzet van technologie steeds belangrijker. Het is nodig dat zorgverleners die medische hulpmiddelen toepassen, hiervoor geschoold en getraind zijn.
Ook moeten zij zich bewust zijn van de risico’s. Zo kunnen zij vermijdbare schade door toepassing van risicovolle medische hulpmiddelen terugdringen. Een eerste stap is de borging van bevoegd- en bekwaamheden voor het gebruik van infuuspompen, die in een groot deel van de klinische processen worden toegepast. Het doel van deze indicator is dat het convenant medische technologie in de praktijk wordt nageleefd. Een ander doel van deze indicator is het verkrijgen van meer bewustwording van de zorgprofessionals dat zij geschoold en getraind zijn wanneer zij werken met een medisch hulpmiddel.
Veilig gebruik van infuuspompen is ook verbonden met andere aspecten van veilige zorg. Denk hierbij aan voorbehouden handelingen als infuus prikken en medicatie toedienen. Maar veilig gebruik van infuuspompen is bijvoorbeeld ook verbonden met een veilig werkklimaat, het veilig aanspreken van elkaar en het goed onderling samenwerken. Een belangrijk deel van de risico’s wordt niet zozeer door de technologie zelf veroorzaakt, maar vloeit voort uit onzorgvuldigheden in het gebruik of de toepassing van de techniek.
Hoe hebben de ziekenhuizen het in 2018 gedaan?
De indicator Veilige toepassing van infuuspompen is in het verslagjaar 2018 voor het eerst uitgevraagd. Een positief signaal is dat er veel en volledige toelichtingen worden gegeven. De toelichtingen gaan vooral over: volledigheid registraties, opleidingsbeleid en aantal medewerkers, uitzonderingssituaties (stagiaires, tijdelijke medewerkers) en hoe om te gaan met medewerkers die niet getraind zijn.
Het bepalen van de trainingsbehoefte wordt ervaren als lastig. Ziekenhuizen werken met verschillende typen infuuspompen. Voor elk type infuuspomp waar een medewerker mee werkt moet de medewerker getraind zijn. Veel instellingen geven hierover toelichtingen. Sommige instellingen geven het aantal gevolgde trainingen weer en niet het aantal medewerkers dat een training heeft gevolgd. Dit leidt soms tot merkwaardige uitslagen waarbij een kleine instelling (met relatief weinig medewerkers) wat aantallen betreft tussen de grootste ziekenhuizen van Nederland staat.
De indicator zegt iets over het uitvoeren van beleid voor bekwaam- en bevoegdheid omtrent het werken met infuuspompen. Medewerkers zijn ook zelf verantwoordelijk om de trainingen te volgen die de instelling aanbiedt en het is de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder dat hij toeziet dat de medewerker deze verantwoordelijkheid neemt en hierin helpt. Dit wordt ook in de toelichtingen vaak vermeld. De verschillende wijzen van het aanleveren van de data zegt iets over de complexiteit van de registratie. De inspectie verwacht dat ziekenhuizen inzicht krijgen in hoeverre hun medewerkers bekwaam en bevoegd zijn voor het werken met medische apparatuur.
Hoe hebben de particuliere klinieken het in 2018 gedaan?
In totaal hebben 225 klinieken beschreven welke bevoegd- en bekwaamheidseisen gelden voor zorgverleners die medische hulpmiddelen toepassen en hoe deze bevoegd- en bekwaamheid wordt vastgesteld. Bij 87 van de 93 klinieken waar infuuspompen werden gebruikt, bleek dat alle medewerkers met een functie waarin zij infuuspompen bedienen, waren getoetst op en geregistreerd voor de vastgestelde eisen met betrekking tot kennis en vaardigheden.
Waar letten wij als inspectie extra op?
De ‘wet BIG’ die de bevoegdheid regelt van zorgverleners maakt het duidelijk: bekwaam is bevoegd. Een zorgverlener die niet voldoende is opgeleid voor het bedienen van een pomp zou af moeten zien van het instellen van die pomp en op zoek moeten gaan naar iemand die de betreffende opleiding wel heeft gevolgd.