Vrijheid beperkende interventies (VBI)

  • Zorg > 8.4 Vrijheid beperkende interventie (VBI) > 8.4.1 Kwaliteitsindicator Middelen voor toepassen VBI. 
  • Zorg > 8.4 Vrijheid beperkende interventie (VBI) > 8.4.2 Kwaliteitsindicator Deskundigheid zorgprofessional.

Vrijheid beperkende interventies beschermen de patiënt en zijn omgeving.

Vrijheid beperkende interventies (VBI) zijn maatregelen die de patiënt en zijn omgeving beschermen. Zorgverleners kunnen deze maatregelen inzetten om te voorkomen dat een patiënt zichzelf of mensen in zijn omgeving beschadigt of in gevaar brengt. Bijvoorbeeld omdat hij kan vallen, agressief is, een infuus kan verwijderen of wil weglopen.

Met een VBI wordt de vrijheid van de patiënt beperkt. Middelen die gebruikt worden zijn bijvoorbeeld: een bewegingsalarm, een alarm dat afgaat bij het verlaten van de kamer, onvrijwillige bedhekken of pols- of enkelbanden.

Resultaten over 2020 –Middelen voor toepassen VBI

Dit is het tweede jaar dat gegevens over de frequentie van toepassing van VBI-score 5 werd uitgevraagd. In totaal werd in Nederland in 2020 tenminste 5.853 keer VBI-score 5 toegepast bij klinisch opgenomen patiënten. Dat is een aanzienlijke afname in vergelijking met voorgaand verslagjaar (6.358 in 2019). Landelijk gezien gaat het om een gemiddeld percentage van 0,4% van het totaal aantal opgenomen patiënten in het verslagjaar. 

Waar letten wij als inspectie op?

Gebruik van VBI kan onder meer stress en psychisch lijden veroorzaken. Elk jaar zijn er ernstige incidenten bij het toepassen van VBI. Het inzetten van de zwaardere vormen van VBI kan tot schade aan patiënten leiden. Het gebruik van VBI moet dan ook tot een minimum beperkt worden om calamiteiten te voorkomen, waarbij een beroep wordt gedaan op juridische, inhoudelijke en praktische kennis.

Veel ziekenhuizen hebben wel een protocol, maar geen gezamenlijke aantoonbare visie en beleid over het gebruik en het terugdringen van VBI. Het toepassen van VBI kan gepaard gaan met aanzienlijke risico’s op schade aan patiënten. Een goed scholingsprogramma is nodig om deze kennis op het gewenste niveau te brengen en houden. Het best is een gezamenlijke scholing van gediplomeerden verzorgenden/verpleegkundigen niveau 3 of hoger én de arts-assistent en medisch specialist.

Resultaten over 2020 - Deskundigheid zorgprofessional

In 74 Nederlandse ziekenhuizen vindt er cyclisch, met een frequentie van tenminste iedere 5 jaar, theoretische en/of praktische scholing plaats op het thema VBI voor gediplomeerd verzorgenden/verpleegkundigen niveau 3 of hoger. In 3 ziekenhuizen is geen theoretische en praktische scholing.

Ook als blijkt dat, en misschien wel juíst als blijkt dat VBI in praktijk niet (vaak) wordt toegepast, is het belangrijk dat zorgprofessionals geschoold zijn op het gebied van VBI zodat in voorkomende gevallen zorgvuldig gehandeld wordt.

Het is duidelijk dat het onderwijs aan A(N)IOS en medisch specialisten in het toepassen van VBI nog niet een vanzelfsprekendheid is. Toch zijn 3 ziekenhuizen hier inmiddels, sinds het voorgaande verslagjaar, mee begonnen.

Inmiddels houden 24 ziekenhuizen periodieke, plenaire bijeenkomsten voor artsen in het ziekenhuis verzorgd door verpleegkundigen en/of artsen van het ziekenhuis met extra kennis en kunde over VBI (21 in 2019). 47 ziekenhuizen hebben een e-learning voor A(N)IOS en medisch specialisten (34 in 2019) en in 36 ziekenhuizen wordt bedside teaching gegeven (34 in 2019).

In de Nederlandse ziekenhuizen is duidelijk meer aandacht voor dit thema maar is ook voor een groot aantal ziekenhuizen nog veel te winnen.