Percentage spontane partus in de ‘NTSV’-groep
- Perinatale zorg > 16.1 Spontane bevalling > 16.1.1 Indicator Percentage spontane partus in de ‘NTSV-groep’.
De indicator ‘Percentage spontane partus in de ‘NTSV’-groep’ richt zich op het percentage spontane bevallingen in het ziekenhuis. Het gaat over de registratie van bevallingen in de NTSV-groep (nulliparous term singleton vertex). Dit zijn vrouwen die voor de eerste keer zijn bevallen van een eenling in hoofdligging, na een voldragen zwangerschap.
Ziekenhuizen kunnen hun resultaten vergelijken met landelijke gegevens en zo nodig verbetermaatregelen nemen om de veiligheid rondom de bevalling te verhogen.
De beroepsgroep gaat zich richten op een ander thema
Er blijven verschillen tussen ziekenhuizen in het percentage spontane bevallingen. De spreiding lijkt locatiegebonden te zijn en niet op basis van kenmerken van een patiëntenpopulatie. Het is niet duidelijk gebleken welk doel werd nagestreefd.
Het doel van de verloskundige zorg (perinatale zorg) is een zo goed en veilig mogelijke uitkomst voor moeder en kind. De uitkomst voor moeder en kind moet optimaal zijn. Daarom moeten de verloskundig hulpverleners steeds de afweging maken of een spontaan beloop van de bevalling afgewacht kan worden of niet. Als het doel niet duidelijk is, is het niet mogelijk om richting te geven aan verbetering.
De uitleg over een afwijking van het (landelijk) gemiddelde is daarmee zowel voor ziekenhuizen als voor de inspectie niet mogelijk. Ook zijn er aanhoudend logistieke problemen met het goed aanleveren van de resultaten. Daarom heeft de beroepsgroep gekozen voor een ander thema in de geboortezorg. De beroepsgroep gaat zich richten op overmatig bloedverlies tijdens de bevalling.
Ziekenhuizen die afwijken van het landelijk gemiddelde in het percentage spontane bevallingen, krijgen hulp om te verbeteren. De beroepsgroep geeft aan een verbetertool te ontwikkelen binnen een multidisciplinaire projectgroep. Met deze verbetertool krijgen verloskundige zorgprofessionals een (digitaal) instrument aangeboden om de geboortezorg te verbeteren.
De beroepsgroep beoordeelt of het ingezette verbeterbeleid tot resultaten leidt en evalueert de uitkomsten. Een standaard uitkomstenset wordt als pilot in enkele regio’s ingezet. Het doel van de beroepsgroep is om de kwaliteit van geboortezorg te verbeteren met de verbetertool, de pilot in enkele regio’s en evaluatie van de resultaten.
Resultaten over 2019
Het gemiddeld percentage spontane bevallingen in de NTSV-groep is 64,2%. Dit percentage is min of meer vergelijkbaar met het gemiddeld aantal spontane partussen in vorige jaren. Bij de eerste uitvraag van de indicator in 2011 was dit percentage 58,2%.
Waar letten wij als inspectie op?
Spontane bevalling in NTSV-groep. Soms is het nodig om te kiezen voor een kunstverlossing of keizersnede. Een kunstverlossing of keizersnede heeft een hoger risico op complicaties dan een spontane bevalling. De keuze voor een kunstverlossing of keizersnede moet worden gemaakt als de baby en/of moeder in gevaar zijn. De keuze moet zijn gebaseerd zijn op een weloverwogen keuze voor de behandeling met de minste risico’s voor moeder en kind.