Medicatieverificatie bij kwetsbare groepen

  • Medicatieproces > 7.1 Elektronisch voorschrijven > 7.2.1 Indicator Medicatieverificatie bij kwetsbare groepen.

De indicator Medicatieverificatie bij kwetsbare groepen levert een belangrijke bijdrage aan een veilige inzet van medicatie bij kwetsbare groepen en reduceert hiermee de risico’s op onbedoelde schade door polyfarmacie bij opname en ontslag.

Medicatieverificatie moet leiden tot een optimaal medicatieoverzicht

De zorg voor kwetsbare patiënten, zoals ouderen waarbij sprake is van polyfarmacie, vraagt om samenhang, afstemming en samenwerking tussen patiënt (en/of mantelzorger), medisch specialist, huisarts, apotheker en verpleegkundigen en verzorgenden.

Dit geldt in het bijzonder bij de zorg rond verschillende aandoeningen die door verschillende specialisten behandeld worden met zeer diverse geneesmiddelen. Daarom moet bij iedere kwetsbare patiënt (ouderen en kinderen) bij ziekenhuisopname en bij ontslag medicatieverificatie plaatsvinden. Dit moet leiden tot een optimaal medicatieoverzicht.

Resultaten over 2019

Medicatieverificatie bij kwetsbare groepen is met 2 tot 3 procent verbeterd. Er zijn verschillende kwetsbare groepen wanneer het gaat om medicatie:

  • ouderen met polyfarmacie en
  • kinderen (1 maand – 18 jaar) met een medisch complexe aandoening en polyfarmacie  

De medicatieverificatie bij opname is beter geregeld dan bij ontslag. De medicatieverificatie is ook beter bij patiënten van 70 jaar en ouder dan bij kinderen. Er zijn dit jaar meer  ziekenhuizen die gegevens hebben over de medicatieverificatie bij ontslag van kinderen.

Waar letten wij als inspectie op?

Medicatieverificatie bij kwetsbare groepen: medicatieverificatie bij opname en ontslag is belangrijk. Dit omdat anders de kans bestaat dat er onvoldoende of verkeerde informatie beschikbaar is over het actuele medicatiegebruik van de patiënt. 

Bij het voorschrijven van nieuwe medicatie moet het actueel medicatiegebruik van de patiënt bekend zijn. Anders bestaat het risico dat de medicijnen onvoldoende effect hebben of dat er onnodig bijwerkingen optreden. 

Voor kinderen is er een extra risico. Veel EVS hanteren ‘volwassen’ normaalwaarden voor dosiscontrole. Dit kan er toe leiden dat het EVS voorschrijvers niet waarschuwt, met het risico op overdoseringen. 
Voor patiënten van 70 jaar en ouder is er een ander risico. Zij gebruiken vaak meerdere soorten medicijnen. Het risico van wisselwerking tussen medicijnen is hierdoor groter.

Als een patiënt verschillende soorten medicijnen gebruikt, met elk een ander doel, dan kunnen deze elkaars werking versterken of verzwakken. daarom is het belangrijk om te weten wat een patiënt daadwerkelijk gebruikt (medicatieverificatie).

Gebruikt een patiënt meer soorten medicijnen, dan neemt de kans toe dat deze op elkaar reageren. En dus ook dat dit problemen oplevert. Als iemand 5 of meer verschillende medicijnen uit verschillende therapeutische groepen of subgroepen, dan noemen we dit polyfarmacie.

Polyfarmacie brengt vele risico’s met zich mee, met name voor de oudere patiënt. Om de veiligheid en kwaliteit van zorg voor de oudere patiënt te kunnen waarborgen is het van belang inzichtelijk te maken welke medicatie de patiënt bij moment van ziekenhuisopname en bij
ontslag gebruikt. Ook moet duidelijk zijn aangegeven welke medicatie ten opzichte van de thuissituatie is gewijzigd.